ALGEMENE REGELS
ARTIKEL
1
Spelsamenstelling
Petanque is een sport tussen twee
ploegen van twee (doublet) of drie spelers(triplet).
Bij
tripletten beschikt iedere speler over twee boules en bij doubletten over drie
boules.
Ook is het
mogelijk in sommige competities één tegen één (tête à tête) te spelen, iedere speler beschikt dan over drie
boules.
ARTIKEL
2
Boules
diameter, gewicht en eigenschappen
Petanque wordt gespeeld met boules
welke door de':'Fédération Internationale
de Pétanque et Jeu Provençal"
(FIPJP) zijn goedgekeurd en welke moeten voldoen aan de volgende eisen:
* Zij
moeten van metaal zijn;
* Een
diameter hebben tussen de 7,05 en 8 cm;
* Een
gewicht hebben tussen de 650 en 800 gr.
De naam
en/of voornaam van de speler (of initialen) mogen in de boules worden
gegraveerd.
ARTIKEL
3
Buts
diameter en eigenschappen
Buts
zijn van hout of synthetische stof, niet gegroefd.
De diameter
moet 30 mm zijn, met een gewicht tussen de 10 en 18 gr
Geverfde
buts, ongeacht de kleur, zijn toegestaan.
ARTIKEL
4
Wisselen
van boules en breuk van boules of but
Het
is de spelers verboden boules of het but tijdens de partij te vervangen,
behalve in de volgende gevallen:
* De boules
of het but zijn onvindbaar. Zoeken is beperkt tot 5 minuten;
* De boule of het but breekt. Wanneer er geen boules meer
te spelen zijn komt het grootste stuk in aanmerking voor het tellen van de
punten.
Indien er
nog boules te spelen zijn, dan moet het grootste stuk na de meting
onmiddellijk worden vervangen door een boule of
but van gelijke of nagenoeg gelijke diameter.
De
vervanging van een gebroken boule door een
gelijke boule, of door een andere set boules, is
vanaf de volgende mène (werpronde)
toegestaan.
HET SPEL
ARTIKEL
5
Terrein
en competities
Er
wordt gespeeld op een met koorden afgebakend terrein.
Al
naargelang de competitie wordt er naar 13, 11 of 15 punten gespeeld. De
mogelijkheid bestaat ook om in poules te spelen.
ARTIKEL
6
Spel
De
thuisploeg ( of speler) kiest het terrein.
Er wordt
geloot welke ploeg als eerste het but mag werpen.
Een van de
spelers van de ploeg die de loting heeft gewonnen kiest de plaats waar wordt
begonnen en trekt een cirkel, zodanig dat de voeten van iedere speler geheel
binnen de cirkel kunnen worden geplaatst.
De diameter
van de cirkel mag niet kleiner dan 35 cm en niet groter dan 50 cm zijn.
De voeten
behoren zich geheel binnen de cirkel te bevinden, mogen de cirkellijn niet
overschrijden en niet van de grond loskomen voordat de gespeelde boule de grond heeft geraakt.
Geen enkel
ander lichaamsdeel mag de grond buiten de cirkel raken.
Gehandicapten
mogen bij wijze van uitzondering met één voet buiten de cirkel staan.
Voor
spelers in een rolstoel moet de cirkel zich in het midden van de twee wielen
bevinden en de voetsteun ter hoogte van de cirkellijn.
Het werpen
van het but door een speler van een ploeg houdt niet in dat hij ook als eerste
een boule moet spelen.
ARTIKEL
7
Gooi-afstand
en -voorwaarden
Om
geldig te zijn moet het but dat door een speler is geworpen voldoen aan de
volgende voorwaarden:
* De
afstand tussen het but en het dichtstbijzijnde deel van de cirkellijn moet
minimaal 6 meter en maximaal 10 meter bedragen;
* De
afstand tussen het but en de bovengrens van het terrein moet minimaal 0.5 meter
bedragen;
* Het but
moet zichtbaar zijn voor de speler, die geheel rechtop staat, met de voeten
geheel binnen de rand van de cirkel.
In de
volgende mène wordt het but geworpen vanuit
een cirkel die getrokken is rondom het punt waar het but in de vorige mène lag, of loodrecht achteruit in het verlengde
ervan.
Wanneer na
drie achtereenvolgende worpen door dezelfde ploeg het but niet volgens de
hiervoor gestelde voorwaarden reglementair is geworpen, komt het toe aan de
tegenstander die eveneens over drie pogingen beschikt.
In elk
geval behoudt de ploeg die het but na de eerste drie worpen heeft verloren, het
recht om als eerste een boule te spelen.
ARTIKEL
8
Geldigheid
van het but
Als
het but bij het uitwerpen wordt tegengehouden door de scheidsrechter, een
speler, een toeschouwer, een dier of een bewegend voorwerp is het niet geldig.
Het but
moet opnieuw worden geworpen, zonder dat deze worp meetelt als één van de drie
worpen waarop de ploeg of de speler recht heeft.
Indien na
het uitwerpen van het but de eerste boule is gespeeld
heeft de tegenstander nog het recht de reglementaire ligging van het but te
betwisten.
Indien het
bezwaar als geldig wordt erkend wordt het but opnieuw geworpen en de boule opnieuw gespeeld.
Wanneer de
tegenstander eveneens een boule heeft gespeeld wordt
het but definitief als geldig beschouwd en is geen enkel protest meer
toegestaan.
Om het but
opnieuw uit te werpen moeten de beide ploegen het eens zijn dat de worp
ongeldig was, of dat de scheidsrechter daartoe besliste.
Het is dan
onmogelijk om terug te komen op de voorgaande worp.
ARTIKEL
9
Ongeldigheid
van het but
Het
but is ongeldig in de volgende gevallen:
* Wanneer
het, na het uitwerpen, zich niet bevindt binnen de gestelde grenzen in
overeenstemming met artikel 7;
* Wanneer
het tijdens een mène wordt verplaatst buiten het
terrein;
* Wanneer
het voor meer dan de helft de grens (koord) overschrijdt.
* Wanneer het verplaatst wordt op minder dan 3 meter van de werpcirkel.
* Een plas water waarop het but vrij drijft, wordt als niet toegestaan terrein
beschouwd.
ARTIKEL
10
Verwijderen
van obstakels
Het is de
spelers verboden welk obstakel dan ook op het terrein (stenen, zand, bladeren
enz.) te verwijderen, te verplaatsen, te verbrijzelen of in de grond te
drukken.
De speler
die zich gereed maakt om te gaan spelen of één van zijn medespelers mag de
(één) inslag, welke door het laatst gespeelde boule werd
gemaakt, dichtmaken.
ARTIKEL
11
Verplaatsing
van het but door natuur, personen of dieren
Indien
tijdens een mène het but onverwacht wordt bedekt door
een boomblad of een stuk papier worden deze voorwerpen verwijderd.
Indien het
but dat stilligt in beweging komt, bijvoorbeeld als gevolg van de wind of de
helling van het terrein, wordt het but op zijn oorspronkelijke plaats
teruggelegd, onder voorwaarde dat het was gemarkeerd.
Indien het
but per ongeluk wordt verplaatst door de scheidsrechter, een speler, een
toeschouwer, een boule of een but uit een ander spel,
een dier of een bewegend voorwerp, wordt het but eveneens op zijn
oorspronkelijke plaats teruggelegd.
Om elke
onenigheid te vermijden behoren de spelers het but te markeren.
Geen enkel
protest wordt toegestaan dat betrekking heeft op de boules of het but welke
niet zijn gemarkeerd.
ARTIKEL
12
Puntentelling
als het but uit het spel is
Wanneer
het but tijdens een mène ongeldig wordt, doen zich
drie mogelijkheden voor:
* Beide
ploegen hebben nog boules te spelen. De mène is
ongeldig;
* Slechts
één ploeg heeft nog boules te spelen. Deze ploeg krijgt evenveel punten als het
aantal nog te spelen boules;
* Beide ploegen hebben geen boules meer te spelen. De mène
is ongeldig.
ARTIKEL
13
Plaatsing
van het but na tussenkomst
Wanneer
het but door een boule is geraakt en wordt
tegengehouden door een toeschouwer of door de scheidsrechter behoudt het zijn
plaats.
Indien het
but door een boule is geraakt en wordt tegengehouden
door een speler dan heeft de tegenstander van degene die het heeft
tegengehouden de keuze uit:
* Het but
laten liggen op zijn nieuwe plaats;
* Het but
terugleggen op zijn oorspronkelijke plaats, dit mag alleen worden
toegepast als het but tevoren was gemarkeerd. Zo niet, dan behoudt het zijn
nieuwe plaats.
ARTIKEL
14
Start
van een mène nadat het but buiten het toegestane
terrein komt
Wanneer
het but tijdens een mène buiten het terrein wordt
verplaatst, wordt het in de volgende mène geworpen
vanaf de plaats waar het zich bevond, voordat het werd verplaatst, onder
voorbehoud van de in artikel 7 gestelde regels.
BOULES
ARTIKEL
15
Werpen
van de eerste boule
De
eerste boule van een mène
wordt gespeeld door een speler van de ploeg die de loting heeft gewonnen.
De speler
mag van geen enkel voorwerp gebruik maken of op de grond een streep zetten om
de plaatst aan te duiden waar hij zijn boule wil
werpen.
Wanneer een
speler zijn laatste boule speelt is het niet
toegestaan een extra boule in de andere hand te
houden.
Het is niet
toegestaan het but of de boule vochtig te maken.
Indien de
eerste gespeelde boule zich buiten het terrein
bevindt moet de tegenstander de volgende boule
spelen.
Wanneer ook
deze uit gaat moet er beurtelings worden gespeeld totdat er een boule op toegestaan terrein ligt.
Wanneer
geen enkele boule meer op toegestaan terrein ligt ten
gevolge van een geschoten of geplaatste boule is de mène onbeslist en het but blijft aan de ploeg die de
voorafgaande mène heeft gewonnen.
ARTIKEL
16
Toegestane
speeltijd
Zodra
het but is geworpen heeft iedere speler maximaal 1 minuut om zijn boule te spelen.
De tijd
gaat in zodra het but of een gespeelde boule stilligt
en wanneer er moet worden gemeten, zodra de meting is verricht.
Dezelfde
regels gelden met betrekking tot het uitwerpen van het but na elke mène.
ARTIKEL
17
Gedrag
van spelers en toeschouwers tijdens het spel
Gedurende
de reglementaire tijd ( zie artikel 16 )die de speler heeft om een boule te spelen behoren de toeschouwers en de spelers de
grootst mogelijke stilte in acht te nemen.
De
tegenstanders mogen niet lopen, geen gebaren maken of iets anders doen wat de
speler zou kunnen storen.
ARTIKEL
18
Boules
welke zijn tegengehouden, van richting veranderd of buiten het spel zijn
geraakt
Een
gespeelde boule mag niet opnieuw worden gespeeld. De
boules echter die op hun weg tussen de cirkel en het but onopzettelijk worden
tegengehouden of uit hun koers worden gebracht door een boule
of een but uit een ander spel, door een dier, of door een bewegend voorwerp,
moeten opnieuw worden gespeeld.
Niemand mag
bij wijze van proef zijn boule in het spel werpen.
ARTIKEL
19
Ongeldige
boules
Een
boule is ongeldig zodra hij buiten het terrein komt.
De boule is pas ongeldig nadat hij voor meer dan de helft de
grens (koord) van het terrein is gepasseerd. Indien de boule
via een bewegend of vast obstakel wordt teruggekaatst moet hij onmiddellijk uit
het spel worden genomen. Alles wat de boule bij zijn
terugkomst op het speelterrein heeft verplaatst moet op zijn plaats worden
teruggelegd.
Een
ongeldige boule moet onmiddellijk uit het spel worden
genomen.
Wanneer dit
niet onmiddellijk gebeurt wordt de boule als geldig
beschouwd zodra een volgende boule is gespeeld.
ARTIKEL
20
Boules
welke zijn tegengehouden
Een
gespeelde boule die is tegengehouden door een
toeschouwer of door de scheidsrechter, behoudt zijn plaats waar hij tot
stilstand is gekomen.
Een
gespeelde boule die is tegengehouden door een speler
van de ploeg aan wie de boule toebehoort, is
ongeldig.
Een
geplaatste boule die is tegengehouden door een
tegenstander mag naar keuze van de speler opnieuw worden gespeeld of blijven
liggen op de plaats waar hij tot stilstand is gekomen.
Wanneer een
geschoten of geraakte boule wordt tegengehouden door
een speler, mag de tegenstander van degene die de fout heeft gemaakt de boule laten liggen op de plaats waar hij tot stilstand is
gekomen, onder voorwaarde dat hij was gemarkeerd.
ARTIKEL
21
Verplaatsing
van boules door natuur of personen
Wanneer
een stilliggende boule in beweging komt, bijvoorbeeld
als gevolg van de wind of de helling van het terrein, wordt de boule op zijn plaats teruggelegd.
Hetzelfde
gebeurt met een boule die per ongeluk wordt
verplaatst door een speler, een scheidsrechter, een toeschouwer, een dier of
door een bewegend voorwerp.
Om
onenigheid te vermijden moeten de spelers de boules en het but markeren.
ARTIKEL
22
Spelen
van verkeerde boules
Een
speler die met een andere boule speelt dan
die van hem, heeft een geldige worp, maar moet onmiddellijk, eventueel na
meting ervan, worden vervangen door een eigen boule.
Voordat een
speler zijn boule speelt, moet de speler
hem ontdoen van elk spoor van modder of wat er ook aankleeft.
Het is de
spelers niet toegestaan de gespeelde boules op te rapen vóór het einde van
de mène.
ARTIKEL
23
Verkeerde
plaatsing van boules
Een
niet reglementair gespeelde boule is
ongeldig en alles wat door de boule op zijn
weg is verplaatst moet op zijn oorspronkelijke plaats worden teruggelegd.
Hetzelfde
geldt voor een boule die vanuit een andere
cirkel is gespeeld dan die van waaruit het but is geworpen.
De
tegenstander heeft echter steeds het recht de voordeelregel toe te passen en
deze boule geldig te verklaren.
In dit
geval is de geplaatste of geschoten boule geldig
en blijft alles wat de boule heeft
verplaatst, op de nieuwe plaats liggen.
De ploeg
die het but gaat uitwerpen moet alle cirkels in de nabijheid van de cirkel
vanwaar hij gaat uitwerpen uitwissen.
PUNTEN EN METING
ARTIKEL
24
Wegnemen
van boules om te (kunnen) meten
De
boules die zich bevinden tussen het but en de te meten boules, mogen om de
meting te kunnen verrichten tijdelijk van hun plaats worden weggenomen, nadat
deze zijn gemarkeerd.
Na de
meting worden de boules weer op hun plaats teruggelegd.
Indien de
boules niet kunnen worden weggenomen kan met behulp van een passer worden
gemeten.
ARTIKEL
25
Meting
De
taak om te meten berust op de speler die het laatst een boule heeft gespeeld of op één van zijn medespelers.
De
tegenstanders hebben steeds het recht om opnieuw te meten.
Ongeacht de
positie van de te meten boules en het moment in de mène kan
de scheidsrechter worden geraadpleegd.
Tegen de
uitspraak van de scheidsrechter is geen beroep mogelijk.
Iedere
ploeg moet het juiste meetgereedschap bezitten om de metingen te kunnen
uitvoeren.
Het is niet
toegestaan de metingen uit te voeren met behulp van de voeten of
handen.
ARTIKEL
26
Verwijderen
van de boules na het spel
Een boule die aan het einde van de mène wordt opgeraapt voordat de puntentelling heeft
plaatsgevonden,
Indien een speler één van zijn boules opraapt terwijl zijn medespelers nog
boules hebben, worden deze niet toegelaten om ze verder te spelen.
ARTIKEL
27
Verplaatsing
van boules of but tijdens de meting
Het punt is
verloren voor een ploeg indien een van de spelers die de meting verricht, het
but of een van de betwiste boules verplaatst.
Indien de
scheidsrechter bij de meting het but of de boule beweegt
of verplaatst en na de nieuwe meting blijkt dat de boule die
aanvankelijk werd geacht op punt te liggen, nog steeds op punt ligt,
dan doet de scheidsrechter in alle rechtvaardigheid een uitspraak.
Hetzelfde
gebeurt in het veronderstelde geval waarin na een nieuwe meting blijkt dat
de boule die
aanvankelijk geacht werd op punt te liggen, niet meer op punt ligt.
ARTIKEL
28
Gelijkwaardige
boules
Wanneer
twee boules, die elk aan een ploeg toebehoren, op gelijke afstand van het but
liggen of het but raken en er zijn geen boules meer te spelen dan is de mène onbeslist en het but blijft aan de ploeg die de
voorafgaande mène heeft gewonnen.
Wanneer
slechts één ploeg nog over één of meer boules beschikt, dan wordt er
doorgespeeld en tellen de boules die uiteindelijk dichter bij het but liggen
dan de dichts liggende boule van de
tegenstander als punt.
Indien de
beide ploegen over één of meer boules beschikken speelt de ploeg die het laatst
heeft gespeeld opnieuw, daarna moet er beurtelings worden gespeeld totdat het
punt door een ploeg is gewonnen. Wanneer er één ploeg overblijft die nog over
boules beschikt, dan wordt er doorgespeeld en tellen de boules die tenslotte
dichter bij het but liggen als punt.
Indien aan
het eind van de mène geen enkele boule op het terrein ligt is de mène ongeldig.
ARTIKEL
29
Aankomst
van afwezige speler
Indien
de afwezige speler zich komt melden nadat de eerste mène van
een spel is begonnen mag hij aan dit spel niet meer deelnemen.
Een mène wordt geacht te zijn begonnen wanneer het but op reglementaire
wijze op het speelterrein is geworpen.
De speler
wordt pas bij het volgende spel toegelaten.
ARTIKEL
30
Vervanging
van spelers
Vervanging
van één speler of van twee spelers is in het zelfde spel niet toegestaan. De
speler(s) wordt(worden) pas bij het volgende spel toegelaten.
ARTIKEL
31
Slecht
weer, onafgemaakte partijen
In
geval van regen moet men trachten de mène die
aan de gang is, te voltooien.
Bij het
stopzetten van de wedstrijd dient men de stand te noteren en wie het but mag
werpen, om op een later tijdstip (dag) de partij te hervatten.
N.B.
Dit reglement kan op ieder moment aangepast of uitgebreid worden om de inhoud,
de uitleg of toepassing ervan te verbeteren.